Greenkeeping wordt steeds slimmer, de kunst is om slim én praktisch te blijven

ARTIKEL

MARKT & ACTUEEL

Johan Koning, maandag 7 juli 2025

178 sec

Een interview met Jamie Bijl van de Oosthoek Groep

Meer meten. Meer analyseren. Meer gericht handelen. Het beheer van golfbanen veranderde de afgelopen jaren ingrijpend. Toen Jamie Bijl er zo'n twintig jaar geleden bij betrokken raakte bij Oosthoek Groep, bestond het plat gezegd vooral uit 'platspuiten van onkruid', stelt ze. 'Tegenwoordig moet je alles opschrijven, bijhouden en archiveren. En dat is natuurlijk veel beter.'

Strijensche golfbaan

We spreken met Jamie Bijl van Oosthoek Groep over de omslag in het vak, en hoe ze met een nuchtere kijk en praktische innovaties bijdragen aan duurzaam golfbaanbeheer.

Hoe ben jij eigenlijk in dit vak gerold?

'Ik ben opgegroeid op het platteland. Toen ik een jaar of negen was, zat ik al op de trekker om te hooien en te maaien. Dat buitenwerk, daar houd ik gewoon van. Op mijn vijftiende liep ik stage bij Oosthoek. Daarna volgde ik de greenkeepersopleiding op het IPC, en later ook die voor hoofdgreenkeeper. In de tussentijd volgde ik allerlei cursussen en praktijkopleidingen. Inmiddels werk ik hier al meer dan twintig jaar.'

Wat veranderde in die tijd het meest in jullie werk?

'Alles, eigenlijk. Toen ik begon in 2000, was het heel normaal om bij een schimmeltje gewoon iets uit de kast te pakken en dat over de hele green te spuiten. Je deed wat op gevoel goed leek. Dat kan nu niet meer. En dat is ook goed. Tegenwoordig meten we alles, analyseren we wat het gras nodig heeft, en pas daarna doen we wat nodig is. Veel gerichter, veel duurzamer.'

Jamie Bijl

Welke meetmethoden gebruiken jullie nu?

'Wat we al zo'n vijftien jaar doen, zijn bladsapanalyses. Iedere maand, op elke baan. Daarmee zien we precies welke voedingsstoffen het gras op dat moment nodig heeft, of juist niet. Zo voorkom je dat je te veel geeft. Daarnaast meten we het vochtgehalte in de bodem. Op het oog lijkt het soms droog, maar dan blijkt het onder de grasmat nog prima te zijn. Of andersom. Meten is weten, echt.
'Vroeger deed je alles op ervaring. Nu verwacht men van je dat je het kunt onderbouwen. Alles archiveren, alles opschrijven. Je moet beslissingen kunnen uitleggen, aan opdrachtgevers, aan toezichthouders, noem maar op.'

En hoe ga je met waterbeheer om in tijden van droge zomers?

'Wij onderhouden banen waar nog geen beregeningsbeperking geldt, dus in theorie mogen we daar nog alles. Maar dat betekent niet dat je zomaar sproeit. Te veel water is ook niet goed; het maakt het gras zwakker en bevordert schimmels. Daarom gebruiken we vochtmetingen om te bepalen wanneer het echt nodig is. Het draait allemaal om balans.'

Wat doen jullie nog meer om de baan gezond en stabiel te houden?

'De laatste jaren werken we veel met conische pennen. Dat zijn holle pennen die taps toelopen, een beetje als een ijshoorntje. Daarmee prikken we dieper en breder in de toplaag, zodat we veel meer zand kunnen inbrengen. Normaal doe je 50 kuub per hectare, maar wij zitten soms op 200 kuub. Dat zorgt voor een veel betere waterdoorlatendheid en een stabielere bodem. En je merkt het meteen aan de speelkwaliteit.'

'De laatste jaren werken we veel met conische pennen'

En qua grassoorten, werken jullie anders dan vroeger?

'Ja, zeker. Doorzaaien deden we altijd al, maar nu veel gerichter. We kiezen de grassoorten die we echt willen, met de juiste eigenschappen voor speelsnelheid en weerbaarheid. En dat doen we op het moment dat het effectief is, niet omdat het "op het schema staat". Ook met bemesting zijn we veel kritischer nu; je strooit geen kunstmest meer "voor de zekerheid". Alleen als het nodig is.'

Je noemde eerder ook een gerichte aanpak tegen onkruid. Hoe werkt dat?

'Onkruidbestrijding is lastig geworden, omdat je veel minder mag gebruiken. Daarom zetten wij tegenwoordig een spotsprayer in, een slimme machine die onkruid detecteert met een camerasysteem. Hij spuit alleen daar waar nodig. Je behandelt dan misschien maar 20 procent van een baan in plaats van alles. Dat is veel efficiënter én milieuvriendelijker.'

Hebben jullie die machine zelf ontwikkeld?

'Nee, we huren 'm in. Het gaat om een dure machine, en wij gebruiken 'm maar een paar keer per jaar per baan. Dus dan kun je veel beter en slimmer inhuren. Laat iedereen doen waar ie goed in is.'

Hoeveel banen onderhouden jullie op dit moment?

'Zeven in volledig onderhoud. Daarnaast doen we losse klussen op andere banen: bezanden, prikken, renovaties. Maar we groeien alleen als we het aankunnen. We zeggen altijd: een klant van 25 jaar geleden vinden we net zo belangrijk als een nieuwe. Vaak zelfs belangrijker. Klanten behouden is moeilijker dan ze binnenhalen.'

'Gras is geen machine'

Zijn jullie ook bezig met elektrische of robotmaaiers?

'Ja, we hebben elektrische maaiers in gebruik. Robotmaaiers nog niet, maar we houden dat wel in de gaten. Het moet passen bij hoe wij werken. Wij willen controle houden over de kwaliteit. En eerlijk is eerlijk: soms ziet een mens toch net iets meer dan een sensor.'

Tot slot, wat maakt dit werk voor jou zo mooi?

'Je werkt met iets levends. Gras is geen machine. Als je iets verkeerd doet, zie je het meteen terug. En als je het goed doet, zie je het ook. Dat directe resultaat, dat vind ik het mooiste. En m'n agrarische achtergrond helpt me daarbij. Of je nou boer bent, greenkeeper of graszodekweker, het draait allemaal om gevoel voor gras. Alleen moet je dat gevoel nu combineren met data. En dat vind ik juist mooi; het vak wordt steeds slimmer, maar het blijft praktisch.'

Oosthoek Groep BV

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

Tip de redactie