Nino Stuivenberg,
donderdag 3 december 2020 |
|
| 316 sec |
De eerste ervaringen na een seizoen chemievrij werken
Het eerste jaar baanonderhoud onder de beperkingen van de Green Deal nadert zijn eind. Het was een leerzaam jaar, waarin greenkeepers veel ervaring opdeden met een - voor sommigen - nieuwe werkwijze. Met twee leveranciers, ICL en Jean Heybroek, blikken we terug op dit eerste jaar. Wat ging er goed, wat kan beter en wat adviseren zij voor een Green Deal-bestendige grasmat?
De schimmeldruk was hoog, dit jaar. |
Een greenkeeper ziet over het algemeen vooral zijn eigen golfbaan en incidenteel een andere. Maar de toeleveranciers van de golfsport staan bijna dagelijks op verschillende golfbanen en zien daarom veel beter wat er zich op Nederlandse golfbanen afspeelt. Vandaar ook dat we hen vragen naar de eerste ervaringen en resultaten die zij zien na een jaar chemievrij werken. Daarbij ligt de expertise van ICL vooral op het gebied van schimmels en houdt Jean Heybroek zich vooral bezig met machines voor mechanische onkruidbestrijding.
De basis moet goed zijn
Als er één ding is waar de sector in vooruitgegaan is, dan is dat de bewustwording rond chemievrij beheer, vertelt Erik van Wijhe van ICL Specialty Fertilizers. 'Men is zich er bewust van geworden dat de basis goed moet zijn. Je kunt heel veel energie in je gras steken, maar uiteindelijk gaat het erom dat de bodemgesteldheid in orde is. Een gezonde bodem is de start van een mooie grasmat of green, en ik zie dat daar steeds meer aan gewerkt wordt. Over ITM (integrated turf management) is de laatste jaren veel gezegd en geschreven. Maar zolang het niet in het hoofd zit van de mensen die het werk doen, zal er niets veranderen. Die bewustwording zie ik nu wel. Dat we als sector langzaam een kant op gedwongen worden, zal dat proces ook bevorderen. Greenkeepers gaan toch kijken en zoeken hoe zij verder moeten.'
| Erik van Wijhe (ICL) |
|
|
Bewustwording is de eerste stap naar een geïntegreerde aanpak voor een gezonde grasmat. Maar nu het aantal middelen dat greenkeepers tot hun beschikking hebben afneemt, is volgens Van Wijhe wel een terugval in kwaliteit te zien. 'Die terugval zie ik dit jaar voor het eerst op uitgebreide schaal, vooral bij greens die dit jaar een hoge schimmeldruk hebben', vertelt hij. 'De afgelopen jaren is er bewust gestuurd op steeds minder input van voeding. Daardoor zie je nu vooral schimmels de kop opsteken op een groot deel van de banen die al jaren chemievrij werken.' In zo'n geval kan een baan twee beslissingen nemen: laten gaan en uitleggen wat er aan de hand is, of teruggrijpen naar de chemiekast. Van Wijhe: 'Dat laatste zie ik gelukkig niet veel gebeuren in de praktijk.'
Door de ondergrens
De terugval van dit jaar is volgens Van Wijhe dus niet alleen te wijten aan het feit dat er minder chemie gebruikt mag worden. Ook het gegeven dat golfbanen minder zijn gaan bemesten en beregenen, speelt een rol. Hij licht toe: 'Bij de NGF heeft men lang de boodschap less is more gecommuniceerd. Alles moest minder, ook bemesting en beregening. Dat kan, totdat je een bepaalde ondergrens bereikt hebt. De sector is hiermee eigenlijk op een verkeerd spoor gezet. Je kunt goed bezig zijn met chemievrij beheer, maar als je de grasmat continu te weinig voeding geeft in de vorm van macro- en micronutriënten, valt de weerstand van de grasplant weg. Dan wordt de plant op een gegeven moment gewoon ziek.'
|
'Zoek naar een balans tussen wat acceptabel is naar buiten toe en wat genoeg is voor de grasplant'
| |
|
Overigens wil Van Wijhe niet beweren dat er een een-op-eenrelatie is tussen schimmels in het algemeen en een gebrek aan voeding. Maar zijn punt is duidelijk: structureel te weinig voeding is uiteindelijk funest. 'In het verleden werd met gemak 200 tot 300 kg zuivere stikstof toegepast. Nu is dat 50 tot 80 kg. Dan zit je onder de ondergrens van wat de plant nodig heeft. Je ziet nu dat de plant dat niet meer aankan. Ook daarover is bewustwording nodig. Er moet niet alleen maar op grote schaal stikstof toegepast worden, want dat zal niet brengen wat je wilt. Je moet er vooral ook voor zorgen dat de micronutriënten op peil zijn. Die zijn naast de NPK essentieel voor de plantgezondheid. Je moet zoeken naar een balans tussen wat acceptabel is naar buiten toe en wat genoeg is voor de grasplant. Het ene jaar gebruik je wat meer NPK, het andere wat minder: je balanceert met de natuur mee. Als daarnaast de juiste biostimulanten gebruikt worden, is er een wereld te winnen. Natuurlijk zal de baan niet direct schimmelvrij zijn, maar de gezondheid van de plant zal er zeker op vooruitgaan.'
Overdaad schaadt, maar ondervoeding ook
Door klimaatverandering is de periode waarin het belangrijk is om voeding toe te dienen ook langer geworden. Boven de 8oC blijft de grasmat vragen om voeding; zeker bij milde winters is dat langdurig het geval. Sneeuwschimmel ligt dan al snel op de loer. Van Wijhe: 'Gedurende die hele periode is er druk van schimmels, dus je moet het afweermechanisme van de plant blijven voeden. Anders zal de schimmel zeker aanvallen.' Nu zal menig greenkeeper mogelijk denken dat Van Wijhe voor eigen parochie preekt, maar volgens hem is deze observatie juist gebaseerd op ervaring en onderzoek. 'Het gaat allemaal om balans. Overdaad schaadt, maar ondervoeding ook. Je kunt de parallel zo doortrekken naar de mensheid.'
Geel is niet het nieuwe groen
Het afgelopen jaar was er meer onkruid dan ooit aanwezig op golfbanen, durft Van Wijhe wel te zeggen. Ook hier ziet hij een verband met ondervoeding. Grasplanten die te weinig voeding krijgen, kunnen zich niet vermeerderen. De grasmat blijft dan open en een open grasmat is gevoelig voor onkruid. Gerhard Teunissen, areamanager golf bij Jean Heybroek, bevestigt dat de onkruiddruk dit jaar hoog was. 'Al verschilt het per golfbaan. Qua onkruid was het eigenlijk van alles wat. Weegbree en madelief zie je veel, verder veel paardenbloem en klaver in de rough. Eigenlijk de standaard onkruiden.'
| Gerhard Teunissen (Jean Heybroek) |
|
|
Volgens Teunissen houdt de toename van onkruid mogelijk verband met de droge zomers van de afgelopen jaren. Daardoor blijven veel fairways niet onkruidvrij. Teunissen: 'Een fairway droogt vaak gedeeltelijk uit in zo'n droge zomer. De afgelopen jaren hebben we dat regelmatig gezien. "Geel is het nieuwe groen", werd er al geroepen. De grasplant krijgt het dan moeilijk en verdort, terwijl enkele onkruiden groen blijven. Die onkruiden ontwikkelen zich en dan kom je in de problemen, doordat ze het spel gaan beïnvloeden. Daarom is het zo belangrijk om in die periode de grasmat gesloten te houden en op de juiste manier te beregenen.' Een gezonde, gesloten grasmat is immers de basis om onkruiden buiten de deur te houden. Teunissen benadrukt wel dat een onkruidvrije golfbaan een illusie is. 'Met herbiciden lukte dat niet, dus zonder chemie zal dat ook niet lukken.'
Regelmatig eggen en beluchten
Als onkruiden zich eenmaal vestigen, is verwijderen met cultuurtechnische machines straks nog de enige optie. Bij Jean Heybroek ziet men dat de interesse hierin duidelijk is toegenomen. De Wiedenmann Terra Rake, een wiedeg, gaat bij de importeur als warme broodjes over de toonbank. Teunissen: 'Met een toplaagbewerking zorg je voor een gezonde grasmat met minder vilt en voldoende zuurstof. Met zo'n wiedeg stimuleer je de grasplant in korte tijd tot uitstoeling. Onkruid, straatgras en dood materiaal trek je uit de mat, waarbij je de juiste grassen in de mat laat zitten.' Juist dat verwijderen van dood materiaal is belangrijk, want dat vormt later weer voeding voor vilt. Vilt zorgt voor een natte toplaag, verdichting en weinig zuurstof: omstandigheden waarin onkruid toeslaat. Teunissen: 'Met de juiste bewerkingen zorg je voor een schrale toplaag, die voldoende zuurstof krijgt en bestaat uit gezonde grasplanten.'
|
'Wiedeggen gaan als warme broodjes over de toonbank'
| |
|
Naast zo'n toplaagbewerking is het belangrijk om periodiek te diepbeluchten. Voorheen werd dit op fairways vaak eens per jaar gedaan. Diepbeluchten op zo'n grote oppervlakte is immers een flinke kostenpost. Maar door vaker te beluchten, zul je al veel verschil zien op fairways, vertelt Teunissen. 'Op fairways valt zeker nog winst te halen. Vaak laten banen de fairways één keer per jaar door een extern bedrijf beluchten. Als je dat zelf tussendoor ook een keer doet, zorgt dat voor een significant verschil. Natuurlijk moet je niet meer doen dan nodig is; je moet niet beluchten omdat het op de planning staat. Meet vooraf altijd met de penetrometer of er verdichting in de bodem is.' Door te diepbeluchten, verbeter je de waterafvoer en de beworteling. Dat kan bij nieuwe droogte het verschil maken, legt Teunissen uit. 'Diepe, gezonde beworteling zorgt ervoor de plant beter bestand is tegen extreme lange droogte. Je hoeft dan in de zomer ook niet direct de kraan open te gooien bij droogte.' Voor breedbladige onkruiden, zoals weegbree, zijn extra bewerkingen nodig, bijvoorbeeld met de Imants Rotoknife, een machine die door de toplaag snijdt om onkruiden aan te pakken en te zorgen voor verticale drainage van vocht.
| Wiedenmann Terra Rake |
|
|
Bodem als basis
Ook Jean Heybroek constateert dus dat de interesse in de bodem en bewerking met de juiste machines toeneemt. Volgens Teunissen gaat het uiteindelijk om twee dingen. 'Aan de ene kant moet je optimale groeiomstandigheden creëren, zodat de grasplant zich optimaal voelt. Bij beschadiging groeit de mat dan sneller dicht en is hij minder kwetsbaar voor onkruiden. Mocht er onkruid in de mat zitten, pak het dan aan met de juiste machines, zoals een wiedeg. Het gebruik van en de interesse in cultuurtechnische machines nemen duidelijk toe. Greenkeepers zijn heel gericht bezig om de bodem te verbeteren. Daar begint het mee, want wat er onder de grond zit, is minstens zo belangrijk als wat je boven de grond ziet.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|