Chemievrij beheer: de uitzonderingen op een rij |
|
|
|
Nino Stuivenberg,
woensdag 20 mei 2020 |
|
| 44 sec |
Onder greenkeepers leven nog veel vragen over de regelgeving rond chemievrij golfbaanbeheer. Wat mag nog wel, wat mag niet meer? De NGF heeft de uitzonderingen op een rij gezet.
Sinds 1 april 2020 is het uitgangspunt voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen 'nee, tenzij'. Golfbanen moeten in de eerste plaats aantoonbaar aan Integrated Pest Management (IPM) doen. Daarna mag een gewasbeschermingsmiddel alleen tegen specifieke ziekten of schimmels gebruikt worden op bepaalde delen van de golfbaan. Het overzicht met uitzonderingen ziet er als volgt uit:
| Bron: NGF |
|
|
'Nee' in de tabel betekent dat er geen pesticiden mogen worden gebruikt, ook geen producten die een Ctgb-toelating hebben; 'Ja' voor schimmelziekten betekent: de gehele uitgezonderde oppervlakte mag behandeld worden. 'Ja' voor insecten en onkruiden betekent: maximaal 20% per jaar specifiek voor de benoemde plagen en onkruiden. 20% betekent 20% van het uitgezonderde oppervlak, niet de totale oppervlakte van de baan. Bij renovaties of groot onderhoud mag in jaar 1 geen herbicide toegepast worden, in jaar 2 of 3 eenmalig 100%. Het gebruik van groeiregulatoren is verboden. Een herbicide tegen ridderzuring moet pleksgewijs, gericht op het onkruid, worden toegepast.
IPM zal voor Nederlandse golfbanen verlopen in OnCourse Nederland: het platform krijgt hier binnenkort een update voor. De NGF zal binnenkort tevens een webinar organiseren over IPM, de regels en uitzonderingen en IPM in OnCourse Nederland.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|