| |||||||||||
Een driejarige praktijkstudie op twaalf Nederlandse golfbanen in opdracht van de NGF biedt nieuwe inzichten in de beheersing van dollarspot. De resultaten maken duidelijk dat een integrale aanpak - zonder zware inzet van chemie - daadwerkelijk werkt, mits deze goed is afgestemd op de lokale omstandigheden van de green.
Dollarspot (Clarireedia bennetti) is een van de meest gevreesde schimmels op Nederlandse greens. De schimmel veroorzaakt kleine, gebleekte plekken die direct invloed hebben op de speelkwaliteit. Ze gedijt bij warm, vochtig weer en slaat vooral toe in de nazomer, wanneer dauwvorming het blad langdurig nat houdt. Tegen de achtergrond van strengere regelgeving rond gewasbescherming is gezocht naar duurzame, chemie-arme methoden om deze schimmel beheersbaar te houden. Doel en opzet van het onderzoekHet onderzoek vond plaats van 2022 tot en met 2024 en had als doel praktijkgerichte beheersstrategieën te ontwikkelen binnen de kaders van geïntegreerde gewasbescherming (IPM). Op twaalf representatieve golfbanen werden telkens drie greens geselecteerd: een goed presterende, een gemiddelde en een probleemgreen. Wekelijkse monitoring, bodemanalyses en gedetailleerde dataverzameling resulteerden in een unieke dataset.Het eindrapport is afgelopen april verschenen. Het onderzoek is uitgevoerd door een team bestaande uit Arthur Wolleswinkel, Casper Paulussen en Gerard van 't Klooster. Er is bij het onderzoek samengewerkt met de NGA (Nederlandse Greenkeepers Associatie) en DGB (Duurzaam Golfbaan Beheer). De onderzoekers richtten zich op zogeheten 'draaiknoppen': beïnvloedbare factoren zoals bemesting, bezanding, grassoortensamenstelling en watergift. Belangrijkste inzichten uit de studie1. Geen one-size-fits-allGreens reageren verschillend, zelfs bij identiek onderhoud. De opbouw en historie van een green bepalen mede de gevoeligheid voor dollarspot. 2. IJzersulfaat: liever vaak en weinig Preventief gebruik van ijzersulfaat in lage dosering blijkt effectiever dan curatief gebruik in hoge concentraties. Overdosering na infectie kan zelfs averechts werken. 3. Rollen helpt - mits slim uitgevoerd Regelmatig rollen vermindert aantasting, maar alleen als de toplaag goed samendrukbaar is. De korrelgrootte van het gebruikte dreszand is hierbij bepalend. 4. Voorspellen met Smith-Kerns Het Amerikaanse Smith-Kerns-model werkt ook in Nederland, maar moet wel worden bijgesteld. De drempelwaarde van 20% schimmelkans moet naar circa 12% om effectief te kunnen ingrijpen. 5. Bemesting en organische stof Een stikstofgift van 70-100 kg N/ha per jaar is wenselijk op struisgrasdominante greens, mits verdeeld over minimaal vijf toepassingen. Organische stofgehaltes boven de 3% dragen bij aan de weerbaarheid van het gras. 6. Watergift op maat Handmatig beregenen op gevoelige plekken voorkomt droogtestress. Lokale sensoren helpen bij het bepalen van het juiste moment. 7. Roodzwenk en moerasstruis als bondgenoten Greens met overwegend Agrostis stolonifera zijn gevoeliger voor dollarspot dan roodzwenk- of moerasstruisgras. Deze laatste soorten vormen een dichtere viltlaag die mogelijk beschermend werkt. Communicatie en kwaliteitEen andere aanbeveling uit het rapport is het actief meten van speleigenschappen zoals trueness en stimp. Regelmatige objectieve metingen helpen bij het bepalen van schadedrempels en kunnen gebruikt worden in communicatie met spelers en clubmanagement. Verwachtingsmanagement blijkt essentieel, volgens de onderzoekers: uitleg over de noodzaak van bepaalde onderhoudsmaatregelen en bewustwording van seizoensinvloeden helpen bij acceptatie van tijdelijke schade.Indicaties voor verder onderzoekDe studie leverde ook enkele indicaties op voor nader onderzoek:Dauwberegening kan dollarspot remmen, maar optimale timing en frequentie zijn onbekend. Een dikkere viltlaag (tot 3,5 cm) lijkt onder omstandigheden positief te werken. Oxaalzuurproductie in planten kan een rol spelen in de vatbaarheid; plantsapanalyse als sturingsmiddel verdient aandacht. Drie beheerprofielen voor de praktijkOp basis van de data zijn drie generieke profielen opgesteld die richting geven aan het beheer:Intensief profiel: hoge input, maximale spelkwaliteit. Extensief profiel: minimale input, focus op natuurlijke balans. Transitieprofiel: beheer gericht op geleidelijke vermindering van chemische inzet. Elke golfbaan kan zich in één van deze profielen herkennen en haar strategie hierop afstemmen, zo is in het rapport te lezen. ConclusieDollarspot volledig uitsluiten is onmogelijk, maar het beheersen ervan is goed haalbaar. Een combinatie van lokale monitoring, datagestuurd beheer en een planmatige aanpak levert de beste resultaten. Greenkeepers spelen hierin een sleutelrol. Door kennisdeling, samenwerking en gebruik van data-gedreven tools kunnen zij de kwaliteit van de greens verbeteren en tegelijkertijd het middelengebruik beperken.FactsheetsDe resultaten van het dollarspotonderzoek zijn door de NGF samengevat in de Factsheet dollarspot. Het complete eindrapport is te raadplegen via de website van de NGF.
Tip de redactie |
|