|
| 87 sec |
We hebben in Nederland te maken met een diplomafetisj: iedereen moet, als het even kan, zo hoog mogelijk opgeleid worden.
Met trots delen we diploma's en certificaten. Ook in greenkeeping is het gebruikelijk om de verschillende opleidingen af te ronden. Maar hoe belangrijk is een greenkeepersdiploma nu echt? De een vindt het essentieel om te kunnen praten met collega's die kennis hebben over de grasplant; een ander heeft het vak al doende onder de knie gekregen, zonder diploma.
Een diploma bepaalt, denk ik, niet wat een goede greenkeeper is, maar is onderdeel van het geheel. Of, zoals een lezer van dit vakblad terecht opmerkte: 'Buiten een diploma zijn interesse, motivatie, en plezier in je werk net zo belangrijk.' Natuurlijk is hierin verschil tussen Nederland en België: in Nederland is het aanbod van opleidingen vele malen groter en zijn er dus ook meer gediplomeerde greenkeepers. En ook de kosten spelen een rol: soms vergoedt de golfclub een opleiding, andere keren moet een greenkeeper de opleiding zelf betalen - een flinke investering.
In deze uitgave komen een aantal net-afgestudeerde greenkeepers aan het woord. Wat opvalt aan die nieuwste lichting gediplomeerden, is de diversiteit. De opleiding tot greenkeeper wordt gedaan door een mix van afgestudeerde mbo'ers, voormalige hoveniers en omscholers. Er zijn er maar weinig die vroeger al wisten: ik wil later greenkeeper worden. Vaak komen ze via stages of een aantal omwegen op de golfbaan terecht. Het aantrekkelijk maken van het vak voor jongeren is misschien wel één van de grootste uitdagingen voor greenkeeping. We horen regelmatig over golfbanen die vacatures hebben uitstaan, maar moeite hebben om het juiste personeel te vinden. En dat terwijl golfbaanonderhoud een ontzettend interessant vak is. De nieuwste ontwikkelingen, met name op het gebied van robotisering en datagestuurd onderhoud, zullen de jeugd, die met smartphone of tablet in de hand is opgegroeid, ongetwijfeld aanspreken.
Wat hierin ook meespeelt, is dat de eerste generatie greenkeepers langzaam maar zeker op leeftijd raakt of met pensioen gaat. In deze uitgave staat daarvan een prachtig voorbeeld: greenkeeper Jan Brummel, die bijna 50 jaar in dienst was bij de Veluwse Golfclub, gaat van een welverdiend pensioen genieten. Een andere trend zijn succesvolle greenkeepers die de overstap maken naar een ander vak, bijvoorbeeld het profvoetbal. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk Erwin Beltman, maar ook Henk Schreuder, Jan Gijzen en Martin Brummel maakten de afgelopen jaren de overstap. Gijs Boer is een van de meest recente voorbeelden; hij vertelt er in deze uitgave meer over. Eén ding hebben ze in elk geval gemeen: door de brede kennis die ze over sportgras opgedaan hebben, gaat ook het niveau op de voetbalvelden flink omhoog.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|